Determinatiegids
wildebijen.nl
Bloedbijen
Determinatiesleutel
Begrippenlijst

1. Kaken vlak voor de punt met een extra tandje aan de binnenrand.
3. Achterkoprand achter de puntoogjes in profiel niet als opstaande rand zichtbaar.
4. Achterkoprand niet scherp afgetekend, in bovenaanzicht hooguit een zwakke hoek vormend, enz.
5. Eindzoom eerste rugplaat over de hele basishelft gepunt, minstens 3 dwarsrijen punten.
6. Kop achter de ogen minder sterk verlengd. Slapen even lang als breed. Gezicht breder dan hoog enz.
7. Kopschild ongeveer drie maal zo breed als midden hoog. De onderrand midden recht.
8. Grote borstschilden zonder glanzende, verticale ribbels. Middenveld aan de achterzijde gewoonlijk enz.
sleutel 1:
Kaken (mandibel)
sleutel 3:
Achterkoprand
sleutel 4:
Achterkoprand (2)
sleutel 5:
Eindzoom eerste rugplaat
sleutel 6:
Achterkop
sleutel 7:
Kopschild
sleutel 8:
Borstschild

sleutel 9:
Grote soort

9 Sphecodes vrouw

9.1
  • Grote soort (11 tot 14 mm) met dichte, grijze beharing op de oogstrepen (fovea) en rondom de sprietschaft.
  • Kopschild met zwarte haren.
  • Grote rugschild dicht en grof gepunt, ook met zwarte haren, nauwelijks glanzende tussenruimten.
  • Donkere vleugels.
  • Rugplaten dicht, krachtig en regelmatig gepunt.
Grote bloedbij
Sphecodes albilabris

9.2
  • Meestal kleiner en met minder dichte gezichtsbeharing.
  • Rugschild minder dicht en grof gepunt, met brede, glanzende tussenruimten.
  • Punten op rugplaten meer verspreid of van variabele grootte.
Ga naar sleutel 10. Sprietschaft


Bloedbij - Vrouw - sleutel 9 �

© De Rond & Koel, 2010-2013