Determinatiegids
wildebijen.nl
Bloedbijen
Determinatiesleutel
Begrippenlijst

1. Uitstekende doorns op achterschenen.
3. Achterkoprand achter de ogen min of meer afgerond, in bovenaanzicht hooguit zwak hoekig.
4. Sprieten aan de bovenzijde met duidelijke scheidslijn tussen het zijdeglanzende, bolle oppervlak aan de voorzijde van de leedjes en de vlakke of holle, matte achterzijde.
5. Viltvlekken kort, aan de onderzijde van de sprietleedjes niet verder reikend dan eenderde lengte.
sleutel 1:
Kaken
sleutel 3:
Achterkoprand
sleutel 4:
Antenne (sprieten)
sleutel 5:
Viltvlekken

sleutel 8:
Lengte sprietlid 4

8 Sphecodes man

8.1
  • Eerste rugplaat fijn en verspreid gepunt, zonder micropunktering.
  • Heupen en heupringen van middelste en achterste poten dicht behaard.
  • Eindzoom rugplaat 4 glad met punktering.
  • Sprietlid 4 twee keer zo lang als breed. Sprietlid 5 anderhalf keer zo lang als breed.
Dikkopbloedbij
Sphecodes molinicornis

8.2
  • Eerste rugplaat sterk en dicht gepunt, gemengd met duidelijke micropunktering.
  • Sprietlid 4 anderhalf keer zo lang als breed, sprietlid 5 ��n-en-een-kwart keer zo lang als breed.
  • Heupen en heupringen niet dicht behaard.
  • Eindzoom rugplaat 4 met fijne dwarsrimpels, zonder punktering.
Rimpelkruinbloedbij
Sphecodes reticulatus


Bloedbij - Man - sleutel 8a �
Bloedbij - Man - sleutel 8b �

© De Rond & Koel, 2010-2013