Determinatiegids
wildebijen.nl
Bloedbijen
sleutel
Begrippenlijst

1. Uitstekende doorns op achterschenen.
3. Achterkoprand min of meer afgerond.
4. Bovenzijde sprieten zonder duidelijke grens tussen voor- en achterzijde van de leedjes.
9. Borstschilden grof gerimpeld. Rugplaten doorgaans rood, vaak met zwarte banden.
10. Voorste, verticale vlak van het halsschild aan de zijden met scherpe verticale rand.
17. Viltvlekken sprietleedjes lang, meer dan de halve lengte van de leedjes innemend.
18. Vierde sprietlid bijna dubbel zo lang als het derde lid. Viltvlekken op het midden van de sprieten vrij groot: van voren zijn de zijranden niet zichtbaar, de eindrand is recht en duidelijk.
sleutel 1:
Uitstekende doorns
sleutel 3:
Achterkoprand
sleutel 4:
Sprieten
sleutel 9:
Borstschild
sleutel 10:
Halsschild
sleutel 12:
Rugschild
sleutel 17:
Viltvlekken op sprietjes
sleutel 18:
3e en 4e sprietlid

sleutel 19:
Rugplaat 2

19 Sphecodes man

19.1
  • Eerste rugplaat bedekt met vrij dichte en diepe punktering.
  • Viltvlekken op het sprieteinde meer dan viervijfde van de leedjes innemend.
Verscholen dwergbloedbij
Sphecodes marginatus

19.2
  • Eerste rugplaat zeer spaarzaam en fijn gepunt.
  • Viltvlekken op het sprieteinde hooguit driekwart van de leedjes innemend.
Gewone dwergbloedbij
Sphecodes miniatus


Bloedbij - Man - sleutel 19 ©

© De Rond & Koel, 2010-2013