Determinatiegids
wildebijen.nl
Bloedbijen
Determinatiesleutel
Begrippenlijst

1. Uitstekende doorns op achterschenen.
3. Achterkoprand min of meer afgerond.
4. Bovenzijde sprieten zonder duidelijke grens tussen voor- en achterzijde van de leedjes.
9. Borstschilden grof gerimpeld. Rugplaten doorgaans rood, vaak met zwarte banden.
10. Voorste, verticale vlak van het halsschild aan de zijden met scherpe verticale rand.
12. Ruimte tussen groepen punten op grote rugschild maar zelden groter dan de punten zelf.
13. Grootste stippen op de voorste helft van het schildje minstens dubbel zo groot als de stippen rond de puntoogjes.
15. Voorhoofd met glanzende tussenruimten. Eindzoom rugplaat 1 alleen aan de basis gepunt.
sleutel 1:
Uitstekende doorns
sleutel 3:
Achterkoprand
sleutel 4:
Sprieten
sleutel 9:
Borstschild
sleutel 10:
Halsschild
sleutel 12:
Rugschild
sleutel 13:
Schildje
sleutel 15:
Voorhoofd

sleutel 16:
Beharing

16 Sphecodes man

16.1
  • Dicht en lang behaard.
  • Grootste viltvlekken duidelijk begrensd, reiken tot tweederde lengte van de sprietleedjes.
  • Laatste voetleedjes van midden- en achterpoten zwartbruin.
  • Scheen van voorpoot aan de binnenkant voor het merendeel zwart.
Schoffelbloedbij
Sphecodes pellucidus

16.2
  • Zwakker behaard. Middelste viltvlekken onscherp, reiken hooguit tot aan het midden van de sprietleedjes.
  • Laatste voetleedjes van midden- en achterpoten geel doorschijnend.
  • Scheen van voorpoot aan de binnenkant voor het merendeel rood.
Bosbloedbij
Sphecodes ephippius


Bloedbij - Man - sleutel 16 ©

© De Rond & Koel, 2010-2013