Determinatiegids
wildebijen.nl
Bloedbijen
Determinatiesleutel
Begrippenlijst

1. Uitstekende doorns op achterschenen.
3. Achterkoprand min of meer afgerond.
4. Bovenzijde sprieten zonder duidelijke grens tussen voor- en achterzijde van de leedjes.
9. Borstschilden grof gerimpeld. Rugplaten doorgaans rood, vaak met zwarte banden.
10. Voorste, verticale vlak van het halsschild aan de zijden met scherpe verticale rand.
12. Ruimte tussen groepen punten op grote rugschild maar zelden groter dan de punten zelf.
13. Grootste stippen op de voorste helft van het schildje minstens dubbel zo groot als de stippen rond de puntoogjes.
sleutel 1:
Uitstekende doorns
sleutel 3:
Achterkoprand
sleutel 4:
Sprieten
sleutel 9:
Borstschild
sleutel 10:
Halsschild
sleutel 12:
Rugschild
sleutel 13:
Schildje

sleutel 14:
Viltvlekken

14 Sphecodes man

14.1
  • Viltvlekken op het einde van de sprieten reiken ongeveer tot halve lengte van de leedjes.
  • Kop tussen de ogen minder breed dan in het midden lang (meten vanaf het voorhoofd).
Kleine spitstandbloedbij
Sphecodes longulus

14.2
  • Viltvlekken op het einde van de sprieten minder dan eenderde lengte van de leedjes.
  • Kop tussen de ogen even breed als in het midden lang.
  • Derde sprietlid: lengte is de helft van de breedte
  • Rugschild niet opvallend behaard
Grote spitstandbloedbij
Sphecodes puncticeps


Bloedbij - Man - sleutel 14 �

© De Rond & Koel, 2010-2013