Determinatiegids
|
1. Uitstekende doorns op achterschenen. 3. Achterkoprand min of meer afgerond. 4. Bovenzijde sprieten zonder duidelijke grens tussen voor- en achterzijde van de leedjes. 9. Borstschilden grof gerimpeld. Rugplaten doorgaans rood, vaak met zwarte banden. 10.Voorste, verticale vlak van het halsschild aan de zijden onder de bovenrand afgerond. |