|
geslacht:
soortnaam:
species:
familie: sub-familie genus: nummer:
vliegtijd:
hoofdvliegtijd V:
hoofdvliegtijd M: lengte V: lengte M:
nestkeuze:
sociaal gedrag:
bloembezoek:
presentie: aantal uurhokken: Rode lijst: trend:
|
Groefbijen (Lasioglossum)
Gewone franjegroefbij
Lasioglossum sexstrigatum (Schenck, 1869)
Halictidae Halictinae Lasioglossum
034036
eind maart tot oktober
eind april begin augustus 6-7 mm 5-7 mm
nestelt in de grond solitair, soms in groepen polylectisch
algemeen 279 niet bedreigd stabiel
|

Gewone franjegroefbij Lasioglossum sexstrigatum © foto: Albert de Wilde

Gewone franjegroefbij Lasioglossum sexstrigatum © foto: Ab Baas

Gewone franjegroefbij (m) © foto: Ab Baas
|

|
Verspreiding L. sexstrigatum in NL bron: Waarneming.nl
Verspreiding Gewone franjegroefbij in België bron: Waarneming.nl
|
Omschrijving: De Gewone franjegroefbij is één van de meest algemene groefbijen, met een voorkeur van nesten in zandgrond.
Bijvoorbeeld bij u in de tuin, tussen de tegels van de bestrating. Ze kunnen dan grote agregaties vormen van individueel, nestelende groefbijtjes.
Het zijn kleine bijtjes, waarbij het borststuk
zeer fijn gestippeld is en de zijkanten gerimpeld zijn. Het gezicht bij het vrouwtje is korter dan breed. Tergieten (rugplaten) 2, 3 en 4 hebben grote, ivoorwitte haarbandjes en de eindrand is bruin doorschijnend. Aan de achterpoten zitten aan het binnendijbeen 2 of 3 lange
sporen met korte zaagtandjes.
De bevruchte vrouwtjes overwinteren en vliegen vanaf april vooral op wilgen. De volgende generatie wordt bevrucht door mannetjes die vanaf juni gaan vliegen. Die vliegen op diverse soorten bloemen, waaronder heggenrank en gewoon biggenkruid.
Als mogelijke broedparasiet noemt Albert de Wilde S.puncticeps,
die hij 'nestinspecterend' aantrof op deze groefbij. |