Wildebijen.nl |
geslacht: |
Behangersbijen
|
![]() behangersbij © foto: Huib Koel ![]() Megachile leachella © foto: Pieter van Breugel ![]() © foto: Frans Rutten |
Omschrijving: Behangersbijen bekleden hun nestgangen met bladstukjes, zodat een kokertje
ontstaat waarin ze een mengsel van stuifmeel en nectar en een ei deponeren. Die kokertjes kunnen op diverse plaatsen gemaakt worden: in de grond of
bovengronds in holle stengels of in kevergaten. Het kokertje op de foto werd onder een deksel van een bijenkast gevonden. De bladstukjes 'knippen' de bijen met hun kaken, die ze vervolgens behendig weten te vervoeren naar hun nest, door het onder hun lichaam te vouwen (zie foto Gewone behangersbij). Voor de lengte gebruiken ze langwerpige stukjes, als tussenwandje tussen de verschillende cellen wordt een rond stukje blad gebruikt. De Lathyrusbij gebruikt geen bladstukjes maar klei of zandkorrels en hars als nestmateriaal, en wordt, wellicht ook om die reden, ook wel tot de Morterbijen (Chalicodoma) gerekend. Onderzoekers van de Universiteit van Guelph (Canada) troffen kleine stukjes plastic in de nesten van Megachile rotundata. Behangersbijen vervoeren het stuifmeel niet aan de achterpoten maar aan stijf afstaande borstelharen aan de onderkant van het achterlichaam, de zogenaamde buikschuier. Behangersbijen houden bij bloembezoek hun achterlichaam kenmerkend omhoog gericht. Ze kunnen het achterlichaam helemaal omkrullen tot boven hun kop en zo toch nog steken. De in deze gids beschreven Behangersbijen beginnen pas te vliegen vanaf de maand mei. In de maanden juni en juli is de meeste kans om een behangersbij te zien. In de maand augustus neemt het aantal al weer af. |