Wildebijen.nl |
geslacht: |
Hommels |
Moshommel werkster Tiengemeten - Aug. 2015 Bombus moscorum koningin © foto's: Huib Koel - Tiengemeten - Aug. 2015 |
Meer informatie? EIS 2009-05: De moshommel in Zuid-Holland | |||
Voorkomen: De Moshommel kwam in de vorige eeuw nog in heel Nederland voor (186 uurhokken) maar de waarnemingen zijn sinds 1970 sterk teruggelopen (40 uurhokken). Het waddengebied en de delta zijn de gebieden waar ze nog wel gezien wordt. De hommel houdt van kwelders en bloemrijke, natte graslanden, laag- of hoogveengebied. De moshommel lijdt onder de intensieve landbouw. Herkenning: De Moshommel heeft een roodbruin borststuk en een geeloranje behaard achterlijf. Verwarring met de Heidehommel (B humilis) of Akkerhommel (B. pascuorum) is goed mogelijk, maar Bombus muscorum heeft geen zwarte haren op achterlijfsegment vijf. Die heeft de akkerhommel wel. Bloemen: Bombus muscorum heeft een relatief lange tong waardoor ze diep liggende nectar kan bereiken. Op Tiengemeten leek de Moshommel een voorkeur te hebben voor Gewone smeerwortel. Het vliegbereik - het foerageergebied - ligt op maximaal 500 meter van het nest. Nest: De Moshommel nestelt bovengronds in droge grassen of gemaakt van mos, hoe kan het ook anders. Ze verdedigt het nest vrij agressief, dus opgepast! Werksters vliegen vanaf begin mei, jonge koninginnen en hommeldarren vanaf begin juli. Nestparasiet: De Grote koekoekshommel wordt genoemd alsmede Mutilla europea, de Grote mierwesp, maar overtuigend bewijs is nog niet gevonden. |